Onze drie doelstellingen

1. Lokale oplossingen die passen bij de wensen van de inwoners van Oude IJsselstreek
2. Een brede afspiegeling van Oude IJsselstreek vormen met leden uit elke kern
3. Constructief samenwerken met inwoners en partners van de gemeente

‘Sowieso gaat ’t niet over mij’

Als links en rechts zich bundelen in één lokale partij is een sterke leider nodig. Is een leider met een uitgesproken politieke voorkeur, dan een probleem? Nee, zegt Frank Aaldering (68): “Ik ben Jekyll en Hyde in één persoon.”

Het raadslid uit Gendringen neemt afscheid van de politiek. De leiding van de partij heeft hij inmiddels overgedragen aan Stephen Gijsbers. Die kan onder de hoede van Aaldering nog warmdraaien tot de verkiezingen in maart 2026. Dan is het echt tijd om afscheid te nemen van twaalf jaar politiek in Oude IJsselstreek.
De laatste vier jaar was hij fractievoorzitter van de partij die alle politieke kleuren in zich verenigt.

Als u zelf uitgesproken rechts bent, hoe geeft u dan leiding aan een partij met veel verschillende politieke smaken?
“Het gaat om lokale politiek, niet om landelijke politiek. Over landelijke onderwerpen ben ik behoorlijk uitgesproken, maar lokaal ligt dat anders. Daar gaat het niet over wat ik vind, het gaat sowieso niet over mij. Het gaat dan om wat belangrijk is voor directe omgeving. De links-rechtsdiscussie speelt dan veel minder.”

Toch zijn er lokale onderwerpen die dat wel in zich hebben. Waar bent u tegenaan gelopen?
“Een onderwerp waarbij je heel duidelijk kon zien dat er veel diversiteit binnen de partij is, is het koersdocument (In dat document staat vastgelegd hoe de gemeente omgaat met vluchtelingen en Oekraïners, MR). Ik ben tegen, maar er waren ook mensen voor. De vraag is dan: hoe houd je mensen bij elkaar zonder dat het een splijtzwam wordt. Daarom hebben we externe expertise binnengehaald bij het Kennnispunt Lokale Politieke Partijen. We waren het snel eens dat we het niet eens zouden worden, maar ook dat het geen breekpunt was om de partij te verlaten. Daar was ik blij mee.”

Dat klinkt heel simpel, maar als leider wil je toch eenheid?
“Nee. Ik vind echt, je zit daar zonder last of ruggespraak. Als je inderdaad een keer niet overtuigd bent van een partijstandpunt dan moet je met een stemverklaring anders kunnen stemmen. Je moet dat niet om de haverklap doen want dan ben je natuurlijk ongeloofwaardig. Ik geloof dus niet in dat blinde kadaverdiscipline dat heb ik in mijn werk gehad, maar nee, daar ben ik echt niet van.”

In uw werk als marinier was er geen ruimte voor discussie. Dat is in zo’n fractie natuurlijk wel anders. Hoe gaat u daar dan toch mee om?
“Ik ben marinier geweest, ben op uitzending geweest en ik heb in het personeelswezen gezeten. Mariniers zorgen altijd voor elkaar. Als ik in Noorwegen ben en een slechte dag op de ski’s heb, dan zegt mijn buddy: ga jij maar in bed liggen dan kook ik vandaag en andersom. We zijn gewend om voor elkaar te werken en er voor elkaar te zijn en zorgen en dat is een eigenschap die je meeneemt in het fractievoorzitterschap. Je moet altijd als team iets doen en zo werkt dat ook in de fractie en een coalitie.”

En als het team dan even geen team is, dan ervaart u dat niet als verlies?
“Nee. Om te beginnen gaat het niet om mij. Dat zei ik al. En daarnaast ben ik vrij principieel. Er is een keuze gemaakt die misschien niet de mijne is, maar dat is het dan. Dan moet je je verlies nemen en niet zeiken. Ik heb bijvoorbeeld geld gegeven aan de Stichting Tegenwind in Netterden, voor de advocatenkosten, zodat ze konden procederen tot de Hoge Raad tegen de komst van windmolens. Uiteindelijk komt er een uitspraak en die dingen komen er. Vervolgens komt er een bestemmingsplanwijziging omdat er een pad aangelegd moet worden naar die windmolens. Gingen ze weer in bezwaar. Ja, dan denk ik: dat gaan we niet meer doen. Voor mij is het klaar.”

U zit zich hier nog zichtbaar over op te winden…
“Ja, je kunt niet altijd winnen en daar moet je je bij neerleggen.”

U bent enerzijds heel rechtlijnig en duidelijk en anderzijds heel flexibel. Dat is best bijzonder.
“Ik kan de inhoud heel goed loskoppelen van de mensen. Ik kan het 180 graden met iemand oneens zijn, maar ik kan er dan prima een biertje mee drinken. Dat zouden meer mensen moeten doen; dan wordt het allemaal een stuk aangenamer.”

Wat gaat u nu doen?
“Ik ben nu vrijwilliger geworden bij bureau Buitenland van de reclassering. Ik ga dadelijk in Duitsland de Nederlandse gevangenen bezoeken in de gevangenis. Ik kan het niet laten om met mensen te werken. Besturen doe ik niet meer. Iedereen die me belt voor zoiets krijgt hetzelfde antwoord: ik bestuur alleen nog de zitmaaier bij mijn dochter.”

(Foto: Frank Nuland van den Brink)